De impact van een ernstige ziekte, zoals kanker, is enorm. Niet alleen voor degene die het overkomt, maar ook voor de partner en de kinderen. Wat is in deze situaties ‘normaal’? Wat vertel je aan je kinderen? En hoe kun je hier samen een weg in vinden?
Je leest het hieronder.
Verwerking is voor iedereen anders
Nadat jullie te horen hebben gekregen dat jij of je partner ernstig ziek is, begint het verwerkingsproces. Hoe dit proces verloopt, verschilt per persoon. Om dus gelijk maar met de deur in huis te vallen: er is geen ‘normaal’ verloop bij het omgaan met ziekte. En juist dát is normaal!
Waar voorheen gedacht werd dat je het verwerkingsproces doorliep via een aantal stappen en in een vaste volgorde, is het inmiddels duidelijk dat hier geen vast patroon voor is. Je kunt van verdriet naar woede gaan. Van ontkenning naar neerslachtige gevoelens. Om dan vervolgens weer verdrietig te worden. Kortom, je slingert in emoties alle kanten op.
En dat geldt ook voor je partner. Zie elkaar dan nog maar eens te vinden! Want waar jij op dat moment behoefte aan hebt, kan voor je partner weer totaal anders zijn. Er wordt nog wel eens de vergelijking gemaakt met een medaille: jullie bevinden je allebei op de andere kant van de medaille. Daar waar de ene in hoop leeft, zit de ander in vrees. En misschien de week erop precies andersom.
Je wilt ervoor zorgen dat die medaille een bal kan worden. Zodat je elkaar over het oppervlak toch kunt vinden, ook al sta je er op dat moment misschien tegengesteld in.
Jullie behoeftes kunnen enorm verschillen
“Hoe kunnen we elkaar nog begrijpen als onze behoeftes zo anders zijn? Ik wil niet denken aan dat ik misschien doodga, maar mijn partner heeft behoefte aan duidelijkheid. Wat nou als ik er niet meer ben.. Daar wil ik het juist niet over hebben. Praten over de dood geeft mij het gevoel dat ik het dan toelaat. Alsof ik me er al bij neergelegd heb dat ik het niet ga redden.“
Dit soort reacties hoor ik regelmatig. En het ís ook heel lastig. Want het heeft te maken met je overlevingsmodus op dat moment. Vechten of vluchten. En eigenlijk staat degene die ziek is altijd in de vechtmodus. Daar past het stilstaan en nadenken over de mogelijke gevolgen totaal niet in. Sterker nog, je brein kan het niet eens aan om daarmee bezig te zijn omdat je in de vechtmodus staat. En dan kan het lastig zijn als je partner er anders instaat. Hoe ga je hiermee om?
Erken elkaars gevoelens
Essentieel hierin is het erkennen dat jullie behoeftes verschillen. Erken elkaars gevoelens. Ook al liggen die uit elkaar. Geef aan wat je nodig hebt. Maak elkaar deelgenoot van wat je voelt, welke gedachten bij je opkomen en wat je behoeftes zijn.
Communicatie is dus essentieel. Als je begrijpt wat er bij de ander speelt, snap je waar zijn of haar behoeftes vandaan komen. Dat zorgt er niet voor dat jouw behoeftes dan ineens hetzelfde zijn, maar het zorgt wel voor wederzijds begrip.
Geef elkaar ook de ruimte hierin. Heb je ineens zin om alleen te zijn terwijl je vroeger eigenlijk altijd alles samen deed? Geef dat dan aan. Je kunt niet verwachten dat de ander dat zomaar aanvoelt. Dit geldt natuurlijk voor jullie allebei.
Rollen veranderen
Een ernstige ziekte heeft, naast impact op je relatie, ook impact op je gezin. Het zorgt voor angsten en spanningen. Maar het gooit misschien ook alle rolpatronen om. Degene die bijvoorbeeld de ‘regelaar’ in huis was, is nu misschien degene die aan bed gekluisterd is. Degene die nu even niet voor de anderen kan klaarstaan.
Misschien dat de ouder die al vroeg de deur uit moest voor het werk, nu ineens de zorg voor de kinderen krijgt. Broodtrommels, gymkleding, ophalen van de buitenschoolse opvang. Taken die eerder misschien bij de andere ouder lagen en nu verschuiven.
Besef je dat deze veranderingen iets doet met de dynamiek, met jullie ‘systeem’. Praat daar dus ook over met je kinderen. Maak duidelijk dat de regels in huis nu tijdelijk anders moeten zijn en geef aan waarom dat zo is.
Vaak willen we onze kinderen ontzien, maar kinderen zijn gevoeliger dan we denken. Hoe jong ze ook zijn, spanning pikken ze feilloos op. En dan kan het zomaar ineens voorkomen dat kinderen een ouderrol op zich gaan nemen. Dan kunnen ze zich bijvoorbeeld vrolijker voordoen dan normaal om de spanning uit de lucht te halen. Lief bedoeld, maar een kind blijft een kind!
Uiteraard dien je rekening te houden met de leeftijd van je kind(eren), maar een uitleg over de huidige veranderingen binnen jullie gezin en de structuur is wel van belang.
Wat deel je met kinderen over de ziekte
Het liefst wil je je kinderen zolang mogelijk vrijhouden van zorgen. Maar, afhankelijk van de leeftijd, kinderen kunnen zelf een eigen waarheid gaan creëren die niet bevorderlijk voor ze is.
Kinderen hebben recht op eerlijke en duidelijke informatie, zoals wat er aan de hand is, wat er zal gaan gebeuren en wat de gevolgen daarvan zullen zijn.
Zorg daarnaast dat je kind zijn verhaal en zorgen kwijt kan. Bij jou of bij iemand anders die een rolmodel voor hem of haar is. Dat kan een oom of tante zijn maar ook de buurman of een oudere neef of nicht. Licht daarnaast ook de leerkracht op school en eventueel de sportclub in en geef aan wat je wel en niet verteld hebt. Leg uit in welke fase jullie je bevinden en wat op dit moment belangrijk voor jullie is. Dit is belangrijk zodat je kind geen details van anderen te horen krijgt.
Hoe makkelijk (of moeilijk) een kind dit oppakt, verschilt natuurlijk per kind. Er spelen hierin veel factoren een rol. Om te beginnen de leeftijd en ontwikkelingsfase, maar ook of er broertjes/zusjes zijn, het karakter van je kind, andere levensgebeurtenissen of bijvoorbeeld de gezinssamenstelling wanneer er sprake is van een samengesteld gezin of co-ouderschap.
Besef je dat kinderen net als ons angst, boosheid en verdriet zullen ervaren. En misschien spelen er ook schuldgevoelens. Bijvoorbeeld over hun rol bij het ontstaan van de kanker, maar misschien ook wanneer ze iets leuks doen, of omdat ze even van huis zijn terwijl ze eigenlijk ook bij de zieke ouder willen blijven.
Bied structuur en blijf ‘gewoon’ grenzen stellen. Extra aandacht is prima, maar alles goedvinden om zo het verdriet te compenseren, is niet handig en werkt averechts.
Ermee omgaan en alarmbellen
Emoties of zorgen kunnen natuurlijk op vele manieren geuit worden. Geef je kind hier verschillende mogelijkheden voor. Het ene kind zal meer baat hebben bij praten, de ander toont zijn gevoel door bijvoorbeeld te tekenen. Ook spelen kan een goede manier zijn voor kinderen om met hun emoties om te gaan en de situatie te verwerken. Merk je dat je kind zijn gevoelens niet goed kwijt kan? Ga dan samen wandelen of de natuur in. Door in beweging te zijn, komt er vaak meer ruimte in het hoofd van zowel kinderen als volwassenen.
Het is normaal als je kind de situatie soms lastig vindt maar het is belangrijk om op bepaalde signalen te letten. Nachtmerries of problemen met inslapen, terugtrekken of juist op extreme manieren de aandacht vragen, maar ook té hulpvaardig worden, zijn zaken waar je echt op moet letten. En lichamelijke reacties zoals buikpijn, vermoeidheid en hoofdpijn kunnen ook signalen zijn. Ga daarbij vooral uit van je eigen gevoel. Jij kent je kind het best. Jij weet wanneer hij gedrag vertoont dat niet gebruikelijk is.
Maak je je veel zorgen om je kind en houden de klachten langer aan? Aarzel dan niet om hulp in te schakelen.
Waar kun je terecht?
Er zijn meerdere soorten ondersteuning in te zetten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een maatschappelijk werker of een gespecialiseerde verpleegkundige. De huisarts heeft natuurlijk ook een groot netwerk van hulpverleners die ingeschakeld kunnen worden. Dit hoeft niet altijd gelijk een psycholoog of orthopedagoog te zijn maar kan in sommige gevallen wel nodig zijn.
Op de site van kankerspoken.nl vind je ook veel informatie, ingedeeld voor verschillende leeftijden.
Daarnaast zijn er in Nederland ongeveer 80 inloophuizen. Dit zijn locaties waar verschillende activiteiten en ondersteuning worden aangeboden aan mensen die ziek zijn en hun naasten. Je kunt er terecht voor een kop koffie, een praatje, maar ook voor activiteiten als schilderen, yoga, beeldhouwen etc. Je kunt er hier meer over lezen.
Bekijk vooral de behoefte van jou en je kind en zoek daar de beste hulp bij. Je moet het zélf doen, maar niet alleen!